''Je deed maar net zoals het uitkwam.''

Showroom MAMA bestond in de zomer van 2012 vijftien jaar en bracht een jaar later het boek Sweet Sixteen. 15 Jaar MAMA uit. Met dit boek wordt inzicht gegeven in de dynamiek en werkwijze van MAMA door de jaren heen. De meest spraakmakende MAMA projecten én mensen worden besproken in de vorm van interviews, columns en veel beeld. In Universe worden, inmiddels alweer de 21ste verjaardag van MAMA passerend, een aantal belangrijke momenten uit 15 jaar geschiedenis uitgelicht.

Het begon immers allemaal met Boris van Berkum en Cees van Wijk. Boris van Berkum richtte in 1997 MAMA op. Ook Cees van Wijk was vanaf de start van MAMA betrokken als oprichtend voorzitter.

Cees van Wijk is 28 augustus 2012 op 68-jarige leeftijd overleden, twee weken nadat dit interview door Boris van Berkum plaatsvond, waarin Boris en Cees hun herinneringen delen. Hij leed al enige tijd aan longkanker. Het complete interview, waarin ze gezamenlijk terugblikken op hun samenwerking, is hier te lezen:

Boris: Ik wil even terug in de tijd met jou. Het zou in 1996/1997 zijn geweest dat wij elkaar voor het eerst ontmoeten.
Cees: Ja dat zal zo ongeveer rond die tijd geweest zijn. MAMA was er nog niet. En ik was alleen nog erg druk te kijken hoe ik de Witte de Withstraat kon oppeppen en hoe we daar meer kunst binnen konden halen om de straat mooier te maken. Toen kwam jij met je idee van MAMA. De eerste problemen lagen er al. Jij had allemaal toestanden uitgehaald met het typje dat toen in het pandje was ingetrokken. Er was een meneer en die deed iets met waterkoelers en die had een vriendin en die deed iets met kunst en die dachten dat ze jou konden gebruiken om daar eens even wind schepen te maken.

B: Dit moet ik even preciseren. Aad Bak (van de waterkoelers) had de ruimte aan de Witte de Withstraat voor Nicole van Ruiten gehuurd, voor haar kunst exclusief, maar zonder startkapitaal of wat. Dus hij had gewoon een huurcontract getekend en er verder niet over nagedacht, dat je ook een bedrijf moet hebben en daar ook moet zijn. Dus die twee hebben daar ruzie over gekregen en gingen toen op een ‘wiedergutmachungs’ reisje naar Madagaskar. Ik kreeg de sleutels met de mededeling: het contract loopt nog een paar maanden, doe er wat mee! En toen ben ik bij jou langs geweest, op advies van Robert de Haas. Die heeft mij naar jou toegestuurd.
C: Ja! En toen zijn wij heel enthousiast bij mij op zolder in de Witte de Withstraat een plan gaan maken. Ik heb je toen ook meteen duidelijk gemaakt dat je dan wel een formele stichting moest hebben om subsidies te kunnen aanvragen. Het was in de tijd dat het nog wat simpeler was om subsidies binnen te halen. De huidige situatie is totaal anders als het gaat om nieuwe initiatieven. Maar goed …

Ik was heel erg enthousiast dat er midden jaren ’90 weer van die vrolijke jonge typjes zoals Boris van Berkum opstonden om nieuwe dingen te gaan doen! Want ik van de jaren ’80 behoorlijk ingedut. De versukkeling was heel groot. Pas toen jij kwam begon ik weer wat hoop te krijgen voor het jonge kunstvolkje in Rotterdam. Ik was natuurlijk best bereid om daar wat aan te doen, zonder verder allemaal zware comités, besturen… noem maar op! We hebben toen een bestuur samengesteld, dat vooral op papier kon functioneren. Jij en ik zouden de tent besturen. Dus jij moest nog wel een training. Ik dacht: Boris moet harder geslagen worden. Je deed maar net zoals het kwam.

B: Ik wist destijds niet eens wat een boekhouding was..
C: Nee, dat is zo! Gelukkig is het met die huuraffaire rondgekomen. Jij bent toen naar de notaris gegaan. Jij had nog die naam van Public Art Squad.

B: Dat was een oude slapende stichting. Die hebben we nieuw leven ingeblazen.
C: Het eerste bestuur was – op een enkeling na – gewoon kut. Uiteindelijk kwam er na wat wisselingen een heel goed, zwaar bestuur. Eind jaren negentig wilde iedereen wel in het bestuur van MAMA zitten! MAMA had groot succes en nou, dan krijg je wel bestuursleden.

img081Cees van Wijk tijdens de opening van MAMA, 1997.

Boris: Ik werd klaargestoomd om het gewoon goed te doen. Wij hebben in feite aan de basis gestaan van MAMA.
Cees: En dat was het voorbeeld in Rotterdam voor nog een heleboel andere kleine kunstinstellingen. Er waren toen een heleboel lui die op MAMA wilden meeliften.  In het begin was ik erg bang, ik dacht: Oh god, Boris is fris, jong en maakt leuke dingen. Heeft erg veel contacten in Rotterdam en Europa, die wordt weggekocht door die rare lui die er toen zaten bij TENT. En die ene figuur, die directeur van Boijmans, hoe heette die toch ook alweer?

B: Chris Dercon?
C: Ja! Die heeft nog eens geroepen: als het kunst was dan had het al wel bij mij gehangen. Nou die man hebben we uit Rotterdam verwijderd en die heeft ook weinig sporen nagelaten.

B: Nou ja Cees, hij is wel een big shot in de kunstwereld… het is toch wel echt een carrièreman.
C: Nou ja vooruit. Maar jij kon met erg veel jongelui en erg veel talent een vaste club vormen. Dat was top allemaal! Toen jullie een jaar of drie bestonden is er nog een grote tentoonstelling gekomen in het Centrum Beeldende Kunst. Ton de Vos was daar net directeur. God was wat hij nerveus!

B: Pas drie en een half jaar MAMA, dat was natuurlijk ook wel wat voorbarig.
C: De Centra Beeldende Kunsten liftten toen sterk mee op het succes van MAMA, omdat ze zelf weinig nieuws organiseerden. Ik herinner me nog goed die opening, die heeft zelfs nog rellen veroorzaakt, door die advertentie op het raam van… hoe heet het ook alweer…Correct. En toen stond op de etalage ”Corrupt”, op z’n Rotterdams. Dit is maar een klein detail, maar het trok wel erg de aandacht. We besloten om dat lekker te laten hangen tot het einde van de expositie. Dat was wel spannend even, dat was voor het eerst dat er juristen achter onze broek zaten. De uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt dan toch bij het bestuur. Dat bestuur had ik toen nog niet helemaal voor elkaar. Pas later is daar die grote kwaliteit ingekomen met Kees Vrijdag, Han de Bruine en Monique Vogelzang, echt een topbestuur. Weer iets later ook Geert ter Steeg, een echte top penningmeester. Om de zaak goed te laten lopen –maar dan zijn we alweer een heel eind verder – hebben we ook onderzoeken laten uitvoeren door dat hele dure onderzoeksbureau, Berenschot. Ondertussen was jij in zee gegaan met Jeroen Everaert.

''En toen stond op de etalage 'Corrupt', op z’n Rotterdams. Dit is maar een klein detail, maar het trok wel erg de aandacht.''
img024a4

Boris: Ja, na twee jaar is Jeroen erbij gekomen.
Cees: Toen zijn jullie naar Limburg gegaan om daar samen een goede deal te maken. Dat leek er allemaal mooi uit te komen. Terwijl ik dacht dat gaat toch niet samen, dat wordt geen huwelijk.

B: We hebben wel hele mooie tijden meegemaakt.
C: Fantastisch! Het resultaat was gigantisch. Wat jij bereikt hebt aan niveau van kunst en de producten, de verschrikkelijke aardige enthousiaste jonge typjes, die jij allemaal binnen hebt gehaald die nu allemaal enorm succes hebben. Noem ze maar op! Dat heeft mooie beelden opgeleverd. Die mooie kristallen kroon in Arminius van…

B: Hans van Bentum.
C: Hans van Bentum, die heb ik samen nog met hem opgehangen, fantastisch. Met hem is het ook fantastisch gelopen. En heet die andere? Die uh… de Ludo,,, de Humo.. hoe heette het?

B: De Artoonisten.
C: De Artoonisten. Toen had jij weer dat hartstikke leuke plan om iets met Martin Toonder te doen. Dat heeft ook weer veel gelazer gegeven maar dat is allemaal ook gelukt. Een groot succes dat Martin Toonder beeld.

B: Wat zijn de highlights voor jou?
C: De highlights zijn vooral de goede samenwerking en het steeds weer aantrekken van nieuwe, jonge, kwalitatief enorm hoge typjes. Elke keer, bijna elke keer, was het een succes. Neem nou die hele affaire met die David Cerny.

B: Gabrielle Anceaux heeft de productie geleid, dat deed ze uitstekend.
C: Ja, en toen heb ik daarna ook heel gauw Gabrielle binnengehaald bij Arminius, ik denk nou dat is de goede mevrouw. Daar is ze nog steeds directeur van. Cerny dat bracht natuurlijk ook een publiciteit van hier tot gunter.

B: Circus Cerny, dat was een highlight voor je?
C: Ja dat was groot. En die hele affaire met die Oostenrijker, hoe heette die?

B: Peter Rataitz, Keine Angst Gratis Haarschnitt.
C: Ja, en dat trok een publiek! Maar je weet, mensen… Ik heb het Witte de With festival een keer geopend met de woorden: “Ik weet precies wat jullie willen! Patat en Bier!” Ze kwamen in grootte getalen naar die leuke openingen van MAMA toe. Maar of ze ook allemaal kennis namen van de kwaliteit van wat er tentoongesteld werd is voor mij de vraag. Wat ik ook een highlight vond, dat waren die schilderijen van die jongen die eerst graffiti deed, uit Groningen.

B: Oh Quik!
C: Ja! Hij had allemaal graffiti op linnen gemaakt. En ik dacht: nou gaat graffiti de goede kant op. In plaats van al die jongens die onze muren verziekten. Maar we hebben natuurlijk wel meer gehad, onze grote vriend, hoe heet hij?

B: Ted Langebach?
C: Ted Langebach! Die mocht toen ook een kamertje vullen met die prostitutie toestanden. Ik heb daarover nog wel een gesprek moeten hebben met de politie. Er was geklaagd bij de opening. Maar dat hebben we allemaal weg kunnen lullen. We bedachten toen, als we nog eens zo’n groot project doen dan geven we alle buren een bloemstukje. Die mensen die van de kunst verder niks snapten, maar wel begrepen dat ze een bloemstukkie kregen.

''In het begin hebben we nog dat kleiproject gehad, Clay Dee Day, dat was aardig tussendoor, maar dat kwam ook omdat jullie een paar honderd kilo kinderklei kregen. En al die Turkse vrouwen gingen daar asbakken van kleien, nou dat gaf veel pret.''

Cees: Het grootste hoogtepunt is natuurlijk dat het allemaal goed is gegaan en dat het steeds vernieuwend was, en dat al die lui die actief en sympathiek waren ook allemaal verder zijn gekomen. Jij ook. Jij bent ook verder gegaan. Ik ben blij dat je niet bent blijven hangen in de Witte de Withstraat maar dat je nu prachtige beelden maakt. Op een gegeven moment had ik er schoon genoeg van,  net als jij zelf. Toen hebben we de zaak overgedragen aan Jeroen en Geert ter Steeg en zij hebben de boel een beetje opgeknapt. Toen is de hoofdcommissaris van de politie voorzitter geworden. Dat heeft toch een aantal bestuurders aangetrokken die zich echt bestuurder voelden. Die niet in de gaten hebben dat je soms, als het nodig is, je ook postzegels moet plakken. Of jou de sleutel uit de zak moeten halen en zeggen: Nu sluit je de tent, want het is mooi geweest.

img080Cees van Wijk en Boris van Berkum, 1997.

Hoort dat niet een beetje bij de pioniersfase?
Ja, dat hoort bij de pioniersfase, maar een beetje bestuur…. Het huidige bestuur is niet te vergelijken met het eerste bestuur. En als het eerste begin niet zo was gegaan als we er nu zo over praten, dan was het ook nooit wat geworden.

B: Ik denk inderdaad dat we geschiedenis hebben geschreven in Rotterdam.
C: En dat een heleboel lui, hoe heette die nou toch? De vorige directeur van Witte de With. Zo’n mooie Duitse naam.

B: Nicolaus Schafhausen
C: Ik heb er spijt van dat ik niet op zijn afscheid ben geweest. Ik kwam hem gelukkig regelmatig in de kroeg tegen. Dat geeft ook een band.  Hij vond het prachtig in Rotterdam. Hij zag ook wel dat er veel na-ijver was bij de bestaande typjes die zichzelf heel belangrijk vinden. Dan hebben we nog, die ben ik nog helemaal vergeten te noemen, jouw vriendje uit Londen, die eigenwijze…

B: Ken Pratt
C: Ken Pratt met zijn branding toestanden. Dat schoot wat door, vond ik, maar het gaf ook wel weer een leuke nieuwe pose.

B: Het werd veel minder lokaal en veel internationaler. Dat wilden we ook op dat moment.
C: Daar hadden we ons ook voor uitgesproken in het bestuur. Je gaat maar lekker naar het buitenland en haal maar wat Japanners binnen.

B: We hebben veel Britten en Duitsers getoond. Maar het werd toen wel meer tentoonstellingsachtig en minder projectmatig. Die tendens heeft zich daarna doorgezet.
C: Maar dat gaat automatisch. Het was ook nooit de bedoeling om het alleen maar in projectjes te doen. Het was altijd al de bedoeling om goede, internationale tentoonstellingen neer te zetten. Om dat, waar we nu in terecht zijn gekomen, om dat te doen, dat was het plan.

Op een gegeven moment ben ik weggegaan, ik had er genoeg van. Jij had er ook genoeg van. MAMA liep goed, en toen heb ik Roodkapje overgenomen. Daar ben ik dezelfde fase ingegaan als in het begin van MAMA. Daar moest ook getraind worden; hoe ga ik om met een bestuur, hoe ga ik om met een boekhouding, hoe krijgen we het financieel voor elkaar en hoe liquideren we vervelende bestuursleden. Daar had ik gelukkig veel ervaring mee.

Ik denk dat we in Rotterdam erg veel geleerd hebben van hoe je zoiets opzet, daarom is het goed dat we dit interview doen. Dat betekent dat als je iets nieuws op zet, dat je aan de basis helemaal moet starten. Degene die het product moeten maken, die moet je rijp maken voor het kunnen werken met de infrastructuur zoals die er is. Ook met kunst, en die is natuurlijk behoorlijk gewijzigd. Maar op een gegeven moment kon jij met een hele grote broek aan zo naar de Mondriaan Stichting. Nou dat had jij toch ook niet gedacht?

B: Had jij dat verwacht eigenlijk toen in 1996, toen ik bij jou langskwam, dat het zo’n succes zou worden?
C: Als ik het niet verwacht had was ik er nooit aan begonnen. Maar ik had al gauw door dat die kans groot was. Ja die kans was groot, maar er zijn ook nogal wat momenten geweest dat we met een blusbout er overheen moesten om de zaak weer recht te trekken. Dan zijn er nog een aantal momenten, die zijn diep serieus. Ik zal geen namen noemen….

Jeroen heeft natuurlijk een zeer belangrijke rol gespeeld toen hij de zaak ging overnemen. Het is jammer dat je geen tweede Boris en geen tweede Jeroen kon vinden. Ik had met Nous nauwelijks contact, maar dat was niet nodig want ik was daar weg. Ja nou en hoe het nu loopt, ik zou het niet eens weten.

B: Het is niet meer pionieren.
CNee, maar het is toch ook nog steeds geen club die van negen tot vijf werkt toch? Er zijn nu wel “echte” banen, en dat opzicht is er veel veranderd. En wij hadden natuurlijk een hele andere zakelijke constructie met elkaar. Iedereen werkte 24 uur per dag er aan.

B: Jeroen en ik hadden Mothership en wij waren niet in dienst bij de stichting. Experimenten die levensvatbaar waren voor de markt, die zette Jeroen dan weg. Het was een prachtige constructie. En Berenschot heeft toen het plan Eye of the Tornado met ons uitgewerkt.
C: Dat was gewoon zijn tijd vooruit.

cees-en-boris-bij-interview-ceesCees van Wijk en Boris van Berkum, 1997.

Hoelang ben jij nou voorzitter geweest?
Dat zal een jaar of tien zijn. Dat kunnen we allemaal nog wel eens opzoeken. Het was natuurlijk fantastisch om mee te maken en aan het begin te staan en dat het zo’n succes is geworden.

We hebben een prachtige jaren negentig gehad he?
Oh kind!

En ik dank je ervoor!
Zoenen. That’s it!

Cees van Wijk was bevlogen over cultuur en zijn stad Rotterdam. Cees woonde vanaf 1965 in Rotterdam, vanaf 1974 in het pand Het Eigendom in de Witte de Withstraat. Begin jaren ’70 was hij opbouwwerker bij de gemeente. Hij was lange tijd gewestelijk voorzitter van de PVDA. Naast en ook na zijn actieve PVDA jaren en MAMA jaren, bekleedde hij diverse bestuursfunctie. Hij was voorzitter van COC Nederland, voorzitter van de Raad van Toezicht, van de secretaris van het podium voor kunst, cultuur en debat Arminius en voorzitter van projectruimte Roodkapje.

Boris van Berkum (Nederland, 1968) is beeldend kunstenaar, gespecialiseerd in beeldhouwkunst. Hij studeerde aan de kunstacademies in Rotterdam en Praag. Van 1993 t/m 1996 werkte hij in Praag als politiek cartoonist. Hij richtte na zijn terugkeer (1997) in Rotterdam showroom MAMA op. Hij was artistiek directeur tot 2007. Onder zijn leiderschap ontwikkelde MAMA zich als een dynamisch podium voor jonge kunst. Hij was curator van talloze spraakmakende tentoonstellingen en projecten zoals Circus Cerny, City City Bang Bang en Clay Dee Day. In 2001 kwam Boris in aanraking met de beeldhouwkunst door zijn deelname aan de creatie van het publieke werk Ode aan Marten Toonder als een van de Artoonisten, een gelegenheidsformatie van vier kunstenaars. Na zijn vertrek bij MAMA vond van Berkum zich opnieuw uit als zelfstandig kunstenaar. Inmiddels staat Boris van Berkum op nummer 90 van  Elseviers top 100 beste Nederlandse kunstenaars en exposeerde hij onder andere in Museum Boijmans van Beuningen Rotterdam.

Dit interview met Cees van Wijk is één van de velen bijdragen uit het boek Sweet Sixteen. 15 Jaar MAMA, gepubliceerd in 2013.

Sweet Sixteen. 15 Jaar MAMA stond onder redactie van:
Ariadne Urlus, Christel Vesters, Emma van Wolferen.

Met steun van:
Gemeente Rotterdam, Ministerie van OCW, Mondriaan Fonds.

Related

Website by HOAX Amsterdam